I [= Ryan, Designing the mind – wiens nieuwsbrief ik lees, hij schrijft enorme nieuwsbrieven alsof hij bergen in de Himalaya beklimt, en hij doet dat met een brein dat overzicht zoekt door opsommingen, bullets, verwijzingen naar eerdere posts, citaten, wijzen (‘old sages’), het verzinnen van begrippen en woorden en categorieën (‘omniversing, psychitecture’), en het construeren van geometrische tekeningen die smetteloosheid en een scalpel om de dingen los te snijden als voornaamste tool suggereren] have cited Alan Watts’ story of the Chinese farmer far too many times, yet I plan to cite it many more. For those who haven’t heard it yet:

‘Once upon a time there was a Chinese farmer whose horse ran away. That evening, all of his neighbors came around to commiserate. They said, ‘We are so sorry to hear your horse has run away. This is most unfortunate.’ The farmer said, ‘Maybe.’ The next day the horse came back bringing seven wild horses with it, and in the evening everybody came back and said, ‘Oh, isn’t that lucky. What a great turn of events. You now have eight horses!” The farmer again said, ‘Maybe.’ The following day his son tried to break one of the horses, and while riding it, he was thrown and broke his leg. The neighbors then said, ‘Oh dear, that’s too bad,’ and the farmer responded, ‘Maybe.’ The next day the conscription officers came around to conscript people into the army, and they rejected his son because he had a broken leg. Again all the neighbors came around and said, ‘Isn’t that great!’ Again, he said, ‘Maybe.’

Omarm ik ‘Misschien’, het verhaal van de stoïcijnse Chinese boer? Is niet denken in termen van geluk of ongeluk zinvol of hogere afweer? Het lijden voor zijn door onberoerd te zijn. Dingen gebeuren.

‘You have to think, not like a business person trying to maximize gain and minimize loss, but like an artist, trying to paint a beautiful, interesting, and poignant work of art.’

Ze kijkt over mijn schouder naar het schilderij met berkenboompjes dat haar moeder bijna dertig jaar geleden schilderde en dat nu in de smalle werkkamer, de kajuit, hangt. Vandaag ziet ze voor het eerst een heel klein vogeltje. ‘Hé, daar zit een klein vogeltje.’ Ik denk dat dat vandaag mijn verhaal wordt. Je ziet nooit alles, op een dag zie je misschien een detail.

‘Paint the picture of losing your job, and make that picture beautiful.’

Hij wil dat we iets doen, dat ik mijn imaginaire toekomst verbeeld (‘the fractal landscape of the omniverse’. Wat kan erger zijn dan de zekere dood die wacht?