Ik heb nooit begrepen waarom Eva voor de kennis van goed en kwaad viel. Als het nou kennis was geweest. Maar goed en kwaad? Zocht ze ruzie? Had ze de taal meer lief dan Adam, en een hekel aan de manier waarop hij de dingen een naam gaf? Het kan zijn dat ze zich eenvoudig verveelde, en over moraal wenste na te denken, al lijkt het wat al te makkelijk om een bewering die je zelf doet – voor de komma – te laten volgen door een tweede en dan maar te veronderstellen dat de delen verband hebben met elkaar, enkel en alleen vanwege het feit dat je ze zelf bij elkaar hebt gezet. Meestal zijn de dingen al aan het gebeuren. En toch. Waarom kon de slang niet in eigen staart bijten? Eva de zure appel niet laten hangen? Waarom gebeurde de zondeval in de late herfst? Misschien waren er geen seizoenen, de appels altijd perfect, elk moment klaar om geplukt te worden. Omdat de dag niet voor me ligt, kan ik weinig doen.