Ik zou het pontje naar Noord niet willen inwisselen voor een brug of tunnel. Ik hoef nergens snel te zijn, ik kan wachten, rechtop in de wind, in de zilte lucht, schildpad, geen haas, een luxeprobleem. Zodra ik op de pont sta, waaien problemen weg. Dat komt misschien door het plezier van vooruitgaan terwijl ik niet hoef na te denken, en ze gaan altijd. In de vijf jaar dat ik in Noord woon heb ik geen enkele weersomstandigheid meegemaakt dat het pontje niet voer. Soms krijg je een klets water over je heen wanneer de pontschipper geen zin heeft om rekening te houden met een boeggolf van een binnenvaartschip. Dat gebeurt één keer, en daarna ken je je plek op de pont. Achterop, waar de meeuwen op ooghoogte meezweven. Je kunt ze diep in de ogen kijken, twaalf minuten lang. Zo stel ik me Cortázar met zijn axolotl voor.