Ief Spincemaille zet ons een apparaat op het hoofd, een bril met dichte glazen. Hij duwt een kastje in onze handen. Het is pikdonker. Als je op een knop duwt, bedien je een sluiter en spoelt een golf wit licht je hoofd binnen. Het contrast met het duister is zo groot dat je alleen dat witte licht ziet. Na een paar keer op de knop duwen, passen mijn ogen zich aan. Een gestalte doemt op. Een voorbijganger. Een auto. De kasseien van Mechelen. De lucht. Ief Spincemaille zelf. Als ik mijn hoofd draai en de sluiter opnieuw bedien is het vorige beeld verdwenen en verschijnt een nieuwe flits. De werkelijkheid is niet vloeiend, ze bestaat uit korte, bevroren snapshots, elk na 0,5 seconden voorgoed verloren, weggevaagd door het duister van je hoofd. Met Reversed blinking maakt Ief Spincemaille invoelbaar hoe het is om een fototoestel te zijn – veel zwart, af en toe een verstijfde schim, eenzaam, opgesloten, stroboscopisch. Indirect maakt hij ook duidelijk hoe aardig de schepping het heeft geregeld: wij tasten het grootste deel van de tijd rond in licht.