Journal of a solitude uit. Ik geloof dat ik begrijp waarom May Sarton van bloemen houdt en ze steeds beschrijft in haar dagboek. Behalve dat bloemen geuren, een huis verfraaien, en zonlicht erop kan vallen, zijn ze vooral troostende metaforen. Bloemen bloeien en gaan dood, en dat alles binnen een week. Dat verzoent haar met het leven, met het feit dat menselijke relaties ook doodbloeien. Uitdoven is de natuurlijke gang van zaken. Je hebt geen controle over natuurlijke processen, over alles wat leeft. Is it, au fond, that we try to control too much? Plants, for instance, humanize an interior because they can’t be controlled. Wat voor bloemen geldt, geldt ook voor katten. Een leven wordt beter met een kat op tafel op uitkijk voor het raam, schrijft May Sarton. Hoogtepunt in het boek: na zes maanden durft een wild katje dat elke dag komt kijken eindelijk naar binnen. Geduld. Vertrouwen. Overgave. Dieptepunt: na een jaar moet May Sarton dit traag gewonnen vertrouwen schenden en de kat laten afmaken, het krioelt van de kittens in en onder het huis.