May Sarton schrijft op 17 september 1970 in haar dagboek,

But it is troubling how many people expect applause, recognition, when they have not even begun to learn an art or a craft. Instant success is the order of the day; ‘I want it now!’ I wonder whether this is not part of our corruption by machines. Machines do things very quickly and outside the natural rhythm of life, and we are indignant if a car doesn’t start at the first try. So the few things that we still do, such as cooking (though there are TV dinners!), knitting, gardening, anything at all that cannot be hurried, have a particular value.

May Sarton heeft het niet over lezen, en dat is, vermoed ik, geen toeval. Ze haalt plezier (= ‘sense of doom that lifts’) uit het water geven aan een plant, het voeren van een kat (= ‘fulfilling a simple need, a living one’). Ze haalt ook plezier uit bloemen in huis, zonder zou ze doodgaan. ‘They live and die in a few days; they keep me closely in touch with process, with growth, and also with dying.’

Ik google wat. Wie is May Sarton?

May Sarton died in 1995 at 83. During her lifetime, she published more than 50 books, writing about a book a year from her 20s into her early 80s. Sarton wrote unflinchingly about cancer; about infidelity; about depression; about hatred and prejudice; about friends and animals dying; about feeling suicidal in journals – such as Journal of a Solitude (Deborah Straw), dat ik nu lees. Het gaat over geduld, en hoe ze dat niet heeft. Ze heeft voortdurend woedeaanvallen en stemmingswisselingen. May Sarton reageert nogal heftig, ze valt uit tegen een vriendin die een opmerking over haar bloemen maakt (‘beetje flets’).

Wat wil ik van mijn leven? ‘Exactly what I have’… maar het beter kunnen handlen.

Met tegenzin lees ik verder, ik ben tien bladzijden ver. Een nieuwe schrijver voelt als een beginnende nederlaag, een net, dat langzaam samentrekt. Iets je onverdeelde aandacht geven betekent iets anders verwaarlozen. Je spartelt tegen. Patienthood. Op de eerste bladzijde van het dagboek staat een enorme lijst boeken. Ik wil nu alles lezen en dat kan niet: werk wacht, al overdrijf ik, ik heb nog vier dagen, een eeuwigheid. – Journal of a solitude, May Sarton