Ik vind het heerlijk, dat we per bus gingen, toen was het angstaanjagend. De chauffeur stond letterlijk op ontploffen, vadsig, dronk het ene flesje suikerdrank na het andere, ik gaf me over aan krachten groter dan ikzelf, hartaanval of accute blindheid was voor dit lichaam een kwestie van tijd. We zaten naast elkaar, rij 17, ingegespt op onze stoelen, capuchons over onze hoofden, onbeweeglijk als twee astronauten tijdens takeoff, in het donker van de nacht afgevuurd. In een liefdesaffaire kun je net zo goed naar de maan reizen. Je weet niet of je ongeschonden zalig terugkeert.