Ze heeft 36 kerstbomen, die als verdwaalde, aangespoelde potvissen aan de kant van de weg lagen, gedoemd om te sterven, naar de tuin gesleept. Het lijkt of ze ze wil redden, maar ze knipt ze met een knipschaar stuk.

Het ruikt heerlijk naar hars en wintersport, als je langsloopt.

De kerstbomen staan op een rijtje tot ze aan de beurt zijn. Met de grote knipschaar met lange armen (snoeischaar) knipt ze de dikke takken eraf, dan blijft een IKEA-kapstok over, met de kleine knipschaar de naalden.

Dat laatste ziet eruit alsof ze kerststukjes maakt, maar dan met verbeten blik net te ver doorknipt, waardoor ze steeds een nieuw takje moet pakken en opnieuw moet beginnen. Ze maakt grond, om de tuin op te hogen.

‘Ik help de wormen,’ zegt ze als iemand vraagt wat ze doet, maar je kunt waar we wonen kerstbomen als denderende trolleys achter je aanslepen – mensen zwijgen. Het zijn zware tijden, men heeft dingen aan het hoofd.

Ik ben er blij mee. Het groepje van vijf bomen bij het hek staat jaarlijks in het water, de zwarte kring die aangeeft hoe hoog het water vorig jaar stond is als jaarring op de bast zichtbaar

Ik ben al jaren bang dat die bomen gaan omvallen. Ik weet niet of de verzekering dat dekt. Maar de bomensnoeier wilde geen toppen snoeien, dat is niet fijn voor een boom.

Je mag geen grond storten rond de voet, zei de bomensnoeier ook, dat knelt af, als een te strakke trombosesok. Nu staan de bomen elk in een knikkerkuil. In januari staan ze in een meertje.

De bomen en het meertje doen me denken aan twee foto’s van Jannie Regnerus, waar ze zelf op staat, met de rug naar de toeschouwer. Op Bubbles staat ze tot haar dijen in het water, achter haar zweven enorme zeepbellen.

Op Moss staat ze tussen een rij bomen, met groen geschilderde kuiten, alsof ze groene voetbalkousen draagt. Ze wilde het mos op de boomstammen benadrukken door haar eigen kuiten even groen te schminken.

Ik heb een enorme voorkeur voor deze foto. Bubbles doet me te veel denken aan de aap van Michael Jackson, aan de situatie in mijn tuin, aan de toekomst waarin ik als Regnerus tot het middel in het water sta; Moss aan Kate.