‘Volgens mij lees je een biografie om twee volslagen tegengestelde redenen,’ schrijft Hermione Lee. ‘De ene is: lijkt dit op mijn leven? en de andere: hoe anders is dit leven dan het mijne?’ Ik weet het niet. Het gaat me niet zozeer om het beschreven leven, zo’n leven bestaat voor het overgrote deel uit ‘totally irrelevant happenings’ (John Cowper Powys), het gaat me erom hoe het gedaan is, welk verhaal iemand construeert om in het reine te komen, hoe iemand zich erdoor sleept (= wat hij weglaat). Misschien houd ik daarom van bekentenisproza: het beschreven leven is het zijne, de schrijver zijn eigen gevaar. Voor je het weet tolt hij rond in allerlei gedachten en redeneringen.