Vrieskou. Rijp. Negen uur ‘s ochtends. In het struikgewas zitten kleine vogels, ik denk huismussen, die als ik langs loop verschrikt opvliegen. Ze strijken neer op de takken van een eenzaam kaal laag boompje, aan de rand van een speelveldje. Ze lijken nu op kerstballen. Dat van dat lage boompje kan kloppen. Op de site van de vogelbescherming lees ik ‘als er veel hoge bomen staan verdwijnt de huismus’. De huismus houdt van een rommelige menselijke omgeving, rommelige tuinen. Ook dat klopt.