Volgens mij gaat kunst over mooi en lelijk. Heb je ooit een werk gezien dat de oorlog in Irak stopte? (Margriet de Moor). De beelden in The Times They Are The Changes zijn lelijk. Dat is waarschijnlijk de bedoeling. Slordig uitgeknipte plaatjes, koud op elkaar vastgekleefd in ruwe collages. Geen lagen die in elkaar overvloeien. Ingrepen zichtbaar. Alsof ik [hier zit andermans sample] zo zou schrijven, bij beeld kan dat. Doodskoppen. John Lennon en Yoko Ono met een stuk pizza in de hand. Area 51. Aliens. Anarchistische symbolen. Beplakte gezichten waarin ogen, neuzen en monden met vanalles bedekt worden en op die manier nieuwe gezichten vormen. Soms is er sprake van beeldrijm, vaker staan beelden gewoon op elkaar, naast elkaar, door elkaar. De esthetiek: doe het zelf, doe het snel. De kijkervaring: strakke lichtbakken, een wonderlijk contrast met de inhoud, gladde, gelikte, opgeblazen reclameposters zoals je ze in bushokjes en op stations tegenkomt. Ik vond de beelden saai, murw geslagen door dit tijdperk waarin iedereen zich google-shoppend en photo-shoppend door het leven slaat. Opsommingen genoeg. De wereld, het leven, het weblog, een opsomming. Het geheel is een totem-achtige installatie, een kampvuur van kunstmatig licht waar je via spleten tussen de lichtbakken door naar het donkere binnenste kon gluren. Daar lag een gekrioel aan verlengsnoeren en stekkerdozen om de lichtbakken van stroom te voorzien. Iets moet al die kunst voeden.