Ik verwacht weinig van een roman, ik lees Normale dagen van Esther Gerritsen zoals ik haar columns lees, als gefragmenteerd, autobiografisch proza, en vermaak me via de omweg. In dezelfde gids, een televisiegids, waarvoor Esther Gerritsen schrijft, schrijft ook A.L. Snijders. Soms zou ik willen dat ze van plek ruilen, dat Esther Gerritsen een tijdje over televisie schrijft en A.L. Snijders over het bestaan waarin het op dit moment even niet goed gaat. ‘Het gaat slecht,’ schrijft Esther Gerritsen. Juist omdat ze een column schrijft, lig ik in een hoek. Het gaat slecht, het beïnvloedt het schrijven, al een paar weken, en je kunt niks doen. Je kunt een leven niet recenseren als een programma op televisie. Daarom lees ik de roman, waar het spel van waar/nietwaar anders gespeeld wordt. Normale dagen, Esther Gerritsen