Ik schrijf toch niet om de lezer iets te géven? Als mijn geschrijf al iets met de lezer te maken heeft, dan in zoverre dat ik iets van hem wíl – zijn aandacht, zijn lof, zijn liefde, zijn geld, zegt Juli Zeh. Schrijvers die beweren vóór de lezer te schrijven, die de weerloze lezer dus willen verrijken, beleren, wakker schudden, entertainen, betoveren of naar vreemde werelden ontvoeren, zijn grote leugenaars of schrijvers van doktersromannetjes. Kunst is geen charitatieve, maar een narcistische daad. Even verderop zegt Zeh: overdrijven is mijn vak. – Juli Zeh, Briefroman