Het dal, waar de harde bittere appels groeien die aan het eind van de herfst nog niet volgroeid zijn. Hun stelen zijn lang en buigzaam zoals de wind.

Als de rijp valt, komen de eerste, doorzichtige levervlekken in hun groene gezichten en uit hun schillen stroomt de geur van het hog scherpe gras en je voelt hoe diep het is, het dal.

Van die appels at ik in de winter.

Moeder schoof er een bakblik vol van in de hete oven van de tegelkachel. Als ze eruit werden gehaald en allang op de tafel stonden, pruttelden ze nog en er droop kleverig sap van de pan.

We zaten allemaal om de tafel. Iedereen at. In de kamer hoorde je niets anders dan het tikken van de wandklok, het malen van onze kiezen en het vuur in de kachel. De appels plakten aan de bodem van de pan en als je ze in je hand nam, trokken er suikerdraden over je handen en die braken pas af als je de appel ophad.

Ik kon vijf appels in één keer eten. Daarna had ik buikpijn. Maar ze wuifden hun geur in mijn gezicht, en als ik ze in mijn hand hield, voelde ik aan mijn huid hoe zacht ze waren geworden, als handappels.

Vader at altijd meer appels dan ik. Hij at ze met klokhuis en al en hij had nooit buikpijn.

En als hij ze ophad, spuugde hij de pitten in zijn behaarde hand en beet hij net zo lang op de lange bruine steel tot die er aan één kant uitzag als een bezem.

Pas dan smeet hij de pitten en de gerafelde steelrest in het vuur.

[…]

Moeder had veel wandkleden in huis. In de keuken boven de tafel hing er een met appels en peren, met een fles wijn en een gebraden kip zonder kop. Daaronder de regel: LEKKER ETEN DOET ZORGEN VERGETEN. Die spreuk vond iedereen mooi. Moeder moest hem voor veel vrouwen die langskwamen op een stuk krantenpapier schrijven omdat ook zij hem wilden borduren.

Moeder zei dat wandkleden erg leerzaam waren.

Moeder borduurde alleen ’s avonds, als in huis alles schoon was en het buiten koud was en zo vol nacht dat je niet naar buiten kon.

Overdag had moeder geen tijd om te borduren. En ze zei elke dag herhaaldelijk dat ze geen tijd had, dat al dat werk nooit af was. Borduren was geen werk, daarom borduurde ze ’s avonds.

stem: herta müller
perspectief: meisje dat de wereld om haar heen probeert te begrijpen
bron: lage streken (2012, vert. Ria van Hengel)
mopw: meerstemmige encyclopedie / appel