Mijn jaloezie kent geen grenzen, het is herfst, ik ben jaloers op een collega, zij organiseert lezinkjes (‘minitedtalkjes’) thuis met vriendinnen. Ik stel me voor dat alles klein is: de beamer, de slides, de korte pauze, de kleine koffiebekers, het onderwerp, de bulletpoints op de slides, het geklap na afloop, maar dat is niet zo. Volgende keer op het programma: Heidegger. Ik heb ook een klein beamertje! wilde ik zeggen maar ik in plaats daarvan zei dat ik de naam Andy Warhol had laten vallen en dat één student wist wie hij was, verder hield iedereen zich stil. Ik liet de webcam op zijn graf zien: colaflesjes en soepblikken verzameld op een zerk – een grijsgroene livestream want het was nacht in Pittsburgh. Ik probeerde met nieuwe ogen te kijken. Zijn die live beelden boeiend als je geen idee hebt wie Andy Warhol is, als je niet weet dat hij films heeft gemaakt die eindeloos duren (8 uur lang The Empire State Building in New York, schemering, zes uur lang een slapende John Giorno). Of was het idee dat? Ik kan nog steeds niet geloven dat ik dag en nacht kan kijken naar een graf waar niks gebeurt, een hert af en toe, en geluid van een fluitende stoomtrein, altijd onverwacht.