Angstaanjagend te horen dat ze toegeeft enthousiast te kunnen zijn en een week later ontdekt dat van dat enthousiasme geen spoor meer te bekennen is. Ik dacht dat het een particuliere systeemfout betrof – van hemelhoogjuichend naar niks. Waar is mijn aangewakkerde vuur, mijn geestdrift (Galeano, activisme, dode, vernederde vrouwen, vlamschriften…)? Misschien zijn gesprekken om te ontdekken: niets menselijks is ons vreemd. Een tatoeage op de binnenkant van een onderarm. Homo sum, humani nihil a me alienum puto. Of: de ziel heeft behoefte aan de biecht, ook als zij niet zondigt. (Galeano!)