Mijn broer doet in onroerend goed – lyrische naam voor prozaïsche activiteit. Drie dingen zijn belangrijk: locatie, locatie, locatie. Ik zit in een stoel in de tuin. In de struik naast mij zit op ooghoogte van ons allebei een spin. Wat schetst de verbazing, dat wil zeggen welke eigenschap zoek ik niet achter dieren: de spin ontmantelt zijn web. Eén voor één haalt hij de draden uit – netjes en geduldig rolt hij ze op – tot er leegte is waar een kwartier geleden een web was. Dan trekt hij nieuwe draden. Op dezelfde plek verschijnt een web en krijgt mijn broer gelijk.