Ik lees over een bipolaire dokter die open is over haar conditie. Ze schrijft een memoir en riskeert dat geen patiënt haar nog vertrouwt, wie wil een dokter met een mentale aandoening – wat als ze manisch tegenover je zit?

Als ik een zin uit haar boek invoer in Google krijg ik als zoeksuggestie: ‘Anne Frank, How did Anne Frank die, Anne Frank house, How many rooms were in the secret annex’, en, in een hoekje rechtsonder, in muisgrijze kleine lettertjes, nauwelijks bedoeld om te lezen: ‘report inappropriate predictions’. 

Google is, in nabootsing van het brein, en als extensie ervan, voortdurend bezig met voorspellen. Ze denkt dat ik nu Anne Frank wil, Miep Gies, maar het enige wat gebeurt is dat ik me erover verwonder dat Google denkt dat ik dat wil. 

Ik denk nu ineens over iets anders na, dan waarmee ik bezig was, en zo gaat het steeds. Ik ben een hond die 60.000 dingen tegelijk ruikt.  

In het leven is dit onverwachte, in beperkte mate, fijn. Bij schrijven onhandig. Zitvlees gaat over figuurlijk stil zitten, schrijven met een rustige geest, niet steeds aan de halsband rukken.

De zin die ik invoerde is ‘She would not have observed what she has if she had not experienced what she did’. Het boek heet An unquiet mind. Een dokter met een wond is beter in helen, zei Ovidius al.