Vol verwarring kijk ik naar drie volwassenen, geknield op een theatervloer, waar een kamp op schaal is nagebouwd, niet waarheidsgetrouw, wel echt, met prikkeldraad, een crematorium, een crematorium in aanbouw, een poort, Arbeit macht frei en barakken met een golfkartonnen dak. Het drietal zit gebogen over honderden (duizend?) popjes. Een uur lang wiebelen ze de popjes en sturen hen de gaskamer in. Een speelgoedtreintje rijdt af en aan. Homo Ludens. De concentratie is om te snijden. Ze filmen de gezichten van de popjes, close ups worden op een groot scherm geprojecteerd. Elk gezicht, verwrongen, hologig, doet denken aan een mutatie van het gezicht op De schreeuw (skrik). Je hoort niks. IJzige wind, af en toe contactgeluiden, geen menselijke. Die geknielde houding maakt mijn verwarring groter. Knielen is devoot. – Kamp, Hotel Modern, Theater Frascati