Ik lees een boek. Ik weet niet zeker of het boek echt is, het is een vreemd boek, het heet De eerste Nederlandse tiftie. Dat woord bestaat niet. Het is verkeerd gespeld, het staat niet in het gratis woordenboek. Van Dale dringt niet aan. Hij vraagt vriendelijk of ik meer woorden en meer mogelijkheden wil, een abonnement, maar heeft direct door dat ik van een ander internet kom, waar alles gratis is.

Het boek is een biografie over Belcampo, geschreven door Wim G.J. van Dijk. Omdat Belcampo op het moment van schrijven niet dood is, ziet Belcampo zijn kans schoon om zich met het geschrevene te bemoeien. Hij verbetert de biograaf voortdurend, spuit commentaar, op ongeveer elke bladzijde, hij is zijn tijd vooruit. Het boek is het levende bewijs dat niemand het leuk vindt geportretteerd te worden omdat niks klopt, omdat alles anders is.

Dit boek maakt duidelijk waarom biografieën na iemands dood geschreven worden. Het zou me niet verbazen als het woord Tiftie een verbastering blijkt, een anagram van ‘fittie’. Belcampo zelf zegt dat dit boek – en dat is uitzonderlijk – de vraag beantwoord die elke lezer zichzelf onmiddellijk stelt. Wat zou de man er zelf nou wel van zeggen? Wat een goed idee!

Het annoteren van boeken, als vorm van schrijven, zou vaker plaats mogen vinden (rechtermuisknopproza, aangelengde woorden, technologisch een peulenschil). Wie leest niet graag motieven, bedoelingen, correcties, roddel, dwaalsporen, geveinsde twijfels, goedpraterij? Ik denk niet dat ik deze gedachte gehad zou hebben als die mogelijkheid niet al lang voorhanden was. Of als het niet al gebeurde (e.g. de brieven van A.L. Snijders aan de hoofdredacteur, in Heimelijke vreugde, commentaar en tekst bijeen).

Ik betrapte me erop dat ik in eerste instantie nog de woorden van Belcampo’s biograaf las, maar dat allengs enkel het commentaar me interesseerde. Belcampo kreeg me – zogezegd – in zijn greep. De eerste Nederlandse tiftie is … ja, wat eigenlijk? Aladinn wrijft over een lamp, de geest verschijnt – en die geest blijkt dan de geest van Belcampo, krompratend wat recht is.