Ik kan niet slapen. Een bultrug is aangespoeld, ze ligt op een zandbank, ze komt niet weg, ze huilt, ik weet dat ze daar ligt. In de journaallus, een soort terugkerend nieuws op de late avond, is zij stervende. Dan zegt de nieuwslezer dat er hoop is, een hernieuwde reddingspoging wordt ondernomen, vijf reddingsboten, een helikopter, netten, vereende krachten. Die journaallus is een valstrik. Ik weet al dat de poging mislukt. Het nieuws op internet schrijdt voort. Maar er is geen nieuws tot zeven uur, wanneer…God mag weten hoe…de maan nieuw water haar kant op stuurt. Misschien kan ze bij hoogtij alsnog weg. Ik kan dus niet slapen. Een kort verhaal van Lydia Davis schiet me te binnen. Ik kan geen moppen onthouden, ik probeer het met korte verhalen. Het verhaal bestaat uit één zin. Hier komt de ene zin. Elke zeehond gebruikt veel wakken en elk wak wordt door veel zeehonden gebruikt. Er is geen afloop. Dat vind ik het goede aan het verhaal, dat het zo min mogelijk op het leven lijkt. De titel luidt: INFORMATIE UIT HET NOORDEN BETREFFENDE HET IJS. Het verhaal komt uit de bundel Varianten van ongemak. Vertaling Peter Bergsma.