Het was het jaar met alleen maar zomer, een overvloed aan zon, en door de droogte verschoven de bomen naar het noorden, maar de vogels verschoven niet mee. Insecten kwamen eerder, alles stond eerder in bloei, boeren haalden grassen eerder van de wei, maar trekvogels kwamen te laat om te profiteren, of ze kwamen niet, en de nesten van weidevogels en weidevogels werden weggemaaid (2020).

Ik kom veel eenzaamheid tegen, mijn grootste angst.

Als soorten uitsterven blijven we mogelijk alleen over, schrijft Edward O. Wilson, met wat kwallen, schimmels en microben. Entering the Age of Loneliness.

Als plagen uitbreken blijft mogelijk niemand over. Mary Shelley werkt dit idee uit in The last man (1826).

All earth was but one thought – and that was death, immediate and inglorious, zei Lord Byron, in een bootje tijdens een storm op weg naar Genève, na een uitbarsting van een vulkaan in Indonesië (1816). The year without a summer.

52 hertz blue, de meest eenzame walvis, niemand behalve een mens hoorde hem.

Collins cirkelde in zijn eentje om de maan. Hij maakte een foto van de maanlander waar Aldrin en Armstrong inzaten. Op de achtergrond zweefde de aarde. Toen hij de foto maakte wist hij niet of hij ooit terug zou keren op aarde, en of hij Aldrin en Armstrong levend zou terugzien. Wat zeker was is dat hij de enige ter wereld was die niet op die foto stond.

Daarvoor was er het allenige hondje Laika, vastgesnoerd.