Britta Böhler stelt dat er twee typen schrijvers zijn, zij die schrijven wat ze weten, hun leven, hun verleden, en die daaruit putten, Jonathan Franzen bijvoorbeeld, en zij die schrijven om uit te vinden wat ze denken, zoekend naar wat ze niet weten, Susan Sontag bijvoorbeeld.
De blik naar buiten.
Die tweede aanpak werd de hare, want haar eigen leven, haar eigen kwellinkjes, vond ze niet zo interessant, zegt ze.
Dat klopt natuurlijk.
Vanuit haarzelf bezien.
Maar ik ken Britta Böhler niet, noch haar kwellingen. Ik weet niet wat ze waarom weet. Maar goed, lezers zijn geen argumenten voor schrijvers, ik zal haar niet overtuigen.