Zoals ik vroeger paddestoelen plukte en denneappels raapte, verzamel ik nu filmpjes, gretig stop ik ze in mijn mandje. Een machine die ALLES vernietigt (leren riemen met metalen gespen, complete bankstellen, U.S. Army blankets). Een moederpoes die jonge eendjes adopteert en niet in de bek krijgt, kopjes zijn te krakerig. Een kogelvisje dat in zeven dagen op de zeebodem een mandala maakt van zandduintjes, hij moet opschieten voordat het tij zijn werk uitwist. De kleur blauw in dat filmpje is zo kristalhelder, zo schoon, dat ze troebele gedachten verdrijft zoals een blauwe lege lucht soms ook doet. Ik maak 800 euro over naar een organisatie die zeebodems schoonmaakt. Dan huppel ik blij naar huis waar ik al die tijd al was, naar boven, waar de slimme televisie hangt, in mijn slaapkamer, onder het dak. Als Google wil kan ze de coördinaten van die slaapkamer op een kaart doen oplichten en mijn oogst real time streamen: een machine die ALLES vernietigt, een moederpoes waar eenden inmiddels groter dan haarzelf in eendepas achteraan waggelen, een kogelvisje dat laat zien dat we kunstsubsidies in onze zak kunnen houden. Ik verkoop mijn ziel graag aan Google. Die filmpjes maken dat ik volhoud. Until quite late, she had been completely ignorant that for women such things existed.