Als ik schrijf gebruik ik het eerste licht van de dag, wanneer de aarde zich juist naar de zon heeft toegedraaid. Ik geef mezelf dat licht. Als ik dat moment heb gemist, als ik niet schrijf, op werkdagen, voelt het alsof ik tot ‘s avonds in bed heb gelegen. Er is nog wel dag. Het verwarrende is dat op zo’n dag mensen, studenten, met rare dingen komen die de geest beroeren: ik weet nu dat Anderson Paak een zanger is die foto-grids maakt op Instagram. Ik lach om zijn kunstwerkjes, zijn inventieve gebruik van het medium. Ik leer over allerlei apps waarvan ik het bestaan niet vermoedde, naast apps die ik meen te kennen, die elke drie maanden ook weer nieuwe functies blijken te hebben. Het is alsof ik met vijftig mensen tegelijk door een bloemenwei loop en iedereen laat me een onbekende bloem zien en vertelt er iets over. Verschijningspracht! Het vermoeit op een manier die ik niet begrijp. Het is alsof ik voortdurend geupdatet word.

[Being in the world, not of the world]