‘Anonymous wrote it, I love anonymous,’ the teacher says nadat ze een tekst heeft voorgelezen. De zaal is muisstil. Ze zegt het nog een keer, nu fluisterend, alsof er een kleine menigte winterkoninkjes, staartmeesjes en roodborstjes op de vloer voor haar spreekgestoelte is neergestreken die ze niet wil wegjagen. I love anonymous. Dat gebeurt ook niet, ze kwamen af op die woorden.

[Ik houd van het woord anonymous, de klank. De uitspraak vraagt enige vaardigheid, tongbreken, net als miscellaneous. Ik moet me steeds opnieuw herinneren waar de klemtoon valt, wanneer ik twee tredes moet nemen in plaats van één.]