I write to define myself, an act of self-creation, part of my process of becoming – Susan Sontag

We herinneren ons niet wat er was, of wat is gebeurd, maar wat nodig is om te kunnen leven. We diepen geen onaangetaste anekdotes op uit ons geheugen, details stemmen niet overeen met de werkelijkheid, we maken ze, we zijn architecten, geen archeologen, zegt de man.

Hij gebruikt nog een metafoor. Ons bewustzijn is een persvoorlichter, zegt hij. Het licht achteraf zaken toe, legt uit, praat goed. Als dat zo is, dan kunnen we, op zoek naar een goed leven, maar beter uitmuntende architecten en verhalenvertellers worden.

Ik heb op de knop gedrukt. Een rood boek met een geknakte pijl ligt op mijn nachtkastje. Redirect, Timothy Wilson. Hij zegt dat je jezelf gelukkig kunt schrijven en reikt drie technieken aan, eentje komt van Aristoteles. Do good, be good.

‘Most of us believe that our character and circumstances are so unique that the universal human psychological flaws, biases, and shortcoming we are keenly aware of simply don’t befall us personally. Yet, in one domain of life or another, we find ourselves stuck in thought patterns and behavioral cycles we lack the tools to escape. This, Wilson demonstrates, is a pathological storytelling problem based on the stories we’ve led ourselves to believe and the behaviors that stem from them.’

Nu snap ik waarom ik redigeren aangenamer vind dan schrijven. Geef me een tekst en ik schraap het schoon, verwijder het te veel, klop de muizen eruit. Ik ervaar geen flow als ik schrijf, schrijf nooit in een roes, mijn schrijven is engineeren, stapelen, ordenen. Ik interpreteer wat gisteren gebeurt, de wereld, mezelf.

Dat is wat het bewuste doet.

De roes vindt ’s nachts plaats als je slaapt. Ik schrijf altijd na een nachtje slapen. Cogitare betekent opschudden.

[Bij het lezen van Ap Oosterhuis, Maria Popva, Timothy Wilson – story editing, story prompting, do good, be good]

«