Ik vraag de studenten wanneer ik ze weer ga zien met mijn koptelefoon op in de kajuit van mijn huis, of eigenlijk, wanneer zij mij zien in de beslotenheid van hun kamer, liggend in hun bed, zittend in de woonkamer of in de keuken met moeder die rammelende geluiden maakt op de achtergrond een potlood tussen de lippen te nemen, horizontaal – het schijnt dat je je dan gelukkiger voelt, enkel omdat je spieren in je gezicht net zo aanspant als wanneer je je goed voelt, de mondhoeken opgetrokken tot glimlach. Gevoelens volgen gedrag, alsof je het ei en de kip omdraait.

Maar dan lees ik dit:

Het glimlach-effect werd in 1988 beschreven door de Duitse psycholoog Fritz Strack. Hij liet vrijwilligers een potlood tussen de tanden klemmen zodat hun mond een glimlach vormt en betoogde dat ze cartoons als grappiger beoordelen dan iemand die de pen tussen de lippen houdt en daarmee een pruilgezicht trekt. Stracks studie werd 1.440 keer door collega’s geciteerd en wordt nog steeds als hulpmiddel gebruikt door therapeuten. Opnieuw blijkt een beroemd psychologisch experiment gebakken lucht, het lot van tweederde van de herhaalde proeven, een heel wetenschapsgebied loopt op deze manier leeg.

En dan denk ik, na aanvankelijke teleurstelling over het lot van de herhaalde proeven en het wetenschapsgebied dat leegloopt, het leek toch echt te werken toen ik het probeerde met een geel potlood en de wat houtachtige verfsmaak in mijn mond me transporteerde naar mijn jeugd. Wat als ik de studenten eenvoudig niet vertel dat dit experiment en de resultaten onreproduceerbaar blijken? Wat als ik ze het verhaal vertel dat je je gelukkiger gaat voelen met een potlood horizontaal in de mond, en minder gelukkig als je het vooruitsteekt, als een sigaret in een tuitmond, waarbij je een frons tussen de ogen trekt (‘slechte’ spierspanning).

Wat is dit voor vakgebied? Precies, bedoel ik.

Ik kom niet verder met psychologie dan, een goed verhaal doet wonderen, als een Jezus die over water loopt.

De logos van de psyche.

Ik blader door een boek ‘100 things every designer needs to know about people’.

We zijn humans, geen econs, we kiezen niet automatisch wat het beste voor ons is, vertelt een man. Ik kijk filmpjes over nudgen.

n – incentives (not money)
u – understand mappings (information presentation)
d – defaults (people are lazy)
g – give feedback (only way to improve)
e – expect error
s – structure complex situations

Waarom zou je nudgen? Waarom zou ik iemand duwen, hoe subtiel ook? Totdat ik me bedenk dat niets doen ook nudgen is, de defaults zijn bepaald door anderen, en de wereld zou er anders uitzien wanneer andere keuzes gemaakt waren (de tuin met waterlelies van Monet, Tjitske Jansen, in één van haar bundels).

Bij de zelfscankassa’s in de supermarkt hangen chocoladerepen nu op ooghoogte, je ruikt ze als je de producten scant om af te rekenen. Perifeer hangen ze als laaghangend fruit in het zicht. Ik ben op zoek naar het heerlijke kassageluidje dat klinkt als je klaar bent met betalen zodat ik het in mijn filmpje kan plakken. YouTube geeft enkel Amerikaanse sounds.

Onderwijs maken is een verhaal vertellen. Welk verhaal? Betalen klinkt als de jackpot winnen in het casino.

»