Ze snijdt ons leven doormidden zoals je een sinaasappel halveert. Met een scherp mes heeft ze de dikke huid doorboord, een verhuiswagen geregeld, krassen in de vloer gemaakt, twee glanzende binnenkanten blootgelegd. Wanneer ik thuiskom is behalve zij de helft van de spullen weg, de televisie, het bed, het fijne dikke blauwe steenachtige sudderpannetje.

Mijn teleurstelling is vandaag groter dan mijn strijdbaarheid. Ik vertel mezelf, keer op keer, nu al een week, je zult het zelf moeten doen. Er zit één mooie vergelijking in het manuscript zegt de freelance redacteur die een negatief leesrapport uitbrengt. Wie is de zij die me leest, wat is haar poetica, welke boeken vindt zij mooi, welke schrijvers waarom goed, ik vind haar niet terug op het web. Ze schrijft dat het manuscript een mooie vergelijking bevat op pagina 11: ‘Ze spreidt haar armen en benen, legt botten zorgvuldig neer, alsof ze ze te drogen legt in de zon.’