Mensen gingen voor de camera de gekste dingen doen. Volwassen mannen propten snoepjes in flessen met mierzoete cola om te kijken naar spectaculaire spuitende fonteinen, haalden grappen uit met slapende vrienden, deuren, emmers water, waterkranen. Ze reisden naar uithoeken op aarde om steeds hetzelfde dansje te doen voor verschillende decors. Ze filmden hun kat, wat in principe niet gek is, behalve dat ze filmpjes compileerden van die filmpjes en die beantwoordden met compilaties van compilatiefilmpjes, als speelse demonstratie van de recursieve loop. Al die dieren! Alsof hekken van dierentuinen niet bestonden, alsof mensen dieren in huis hielden, ter leringe ende vermaak. Ik herinner me een papegaai die het Amerikaanse volkslied op een synthesizer speelde, een babypanda die nieste, waarvan moederpanda zo schrikt dat ze, en dit is echt waar, tien centimeter de lucht in vliegt, een eendje, dat een twintigbaans snelweg oversteekt, tussen het razende verkeer door, de overkant bereikt, een kameleon die op iemands hand staat – rechtop, als een groen geschubt stokstaartje – terwijl hij zeepbellen die langsdwarrelen opvangt. Blinde camera’s leggen momenten van splitsecond grace vast; camera’s op het dashboard van auto’s op de muren van gebouwen in handen van mensen op helmen van fietscoureurs op stokken op rugzakken op palen registreren voorgrond terwijl op achtergrond miraculeuze net-nietbotsingen plaatsvinden met rondvliegende voorwerpen die rakelings langs schermen scheren, langs mensen, bomen, parasols. Interieurs van cruiseboten – stoelen, tafels, trolleys – glijden heen en weer, mensen houden zich aan relingen vast alsof er een stormwind waait. Ze voeren onmogelijke reddingsacties uit, hun armen reiken in diepe roosters om eringevallen eringewaaide kuikentjes op te vissen, honden ten dode opgeschreven, vol schurft en uitgemergeld, staan op uit de dood, worden gewassen, gekamd, gevoed, lopen voor het eerst van hun leven op groen gras, krijgen een cheeseburger. Je ziet dieren hetzelfde doen, onwaarschijnlijke reddingsacties verrichten. Een aap reanimeert een geëlectrocuteerde aap. Een muis en kraai vechten om een stukje brood, de muis druipt af, de kraai die zwenkt, zich bedenkt, breekt een stukje af, legt het neer bij een stoeprand, waarna de muis terugschiet, het asfalt op, en het gegeven brood bemachtigt, opeet. Het web is een mirakels schouwspel, een levende droom. Het wonderbaarlijke wordt door youtube gewoner. ‘You see the improbable all the time,’ zegt Kevin Kelly. Alsof in the worst of times the best of times een even groot podium heeft en alsof we het allemaal moeten kijken om een belangrijk evenwicht te bewaren.