Op het museumplein zweefden afgelopen vrijdag zes kunstwerken in de lucht. Ik zag ze niet, ik kroop onder mijn steen vandaan, ik keek naar blanke lucht, met bloot oog, terwijl iedereen wees en ‘ja!’ en ‘waar?’ riep. Ik zag niks behalve een mooie heldere blauwe zomerlucht. Gelukkig waren we met velen op het museumplein en gelukkig had de helft van de verzamelde aanwezigen de benodigde smartphones – telefoons die te allen tijde weten waar je bent – hier! – en waar je naar kijkt – daar! – en daarmee toverde men Oculum Video en Raumstadt op het scherm: kunst die er niet is, bovenop de hemel die er wel was. Het stelde me gerust. Kunst wordt een laag die je naar believen aan en uit zet. Weg met al die blokken staal en beton. We vallen elkaar al genoeg lastig. ‘Prachtig idee dat op het plein al die kunstwerkjes hangen die niemand ziet,’ mailde Sabien de volgende dag.