Elk dier, inclusief de mens, parasiteert op planten. Het leeft van opgeslagen zonlicht. Het eet planten, of het eet elkaar. Dat laatste is tamelijk kortzichtig: een jager die een prooi doodt, doodt de producent van energie. Landbouw en veeteelt lijken veelbelovender, al gaat het zoals altijd om hoe. ‘Er bestaan honderdduizenden plantensoorten, maar het menselijk overleven vindt voor het overgrote deel plaats via een soort of acht: enkele granen, soja, rijst, maïs,’ schrijft Wouter Oudemans. ‘De aarde is inmiddels overdenkt met deze monoculturen.’ Bij het lezen van Oudemans krijg ik – net als bij het lezen van Galeano – een hekel aan de mens, die meende monoculturen te kunnen introduceren. Dat is niet zonder risico. De kosmopolitische mens bleek er bovendien zelf een. Naar de landen waar hij naar toe reisde bracht hij ziektes die inheemse bevolkingen compleet wegvaagden. En hij bracht zichzelf. Ach, slaaf van planten en boeken. Het is de kunst om te lezen en direct te vergeten wat je leest.