Een reusachtige strook papier ligt op de grond. De achterkant is babyblauw. ‘Penis of idiotic dwarf’ lees ik als ik voorover buig, en nu ik het weet, zie ik het: een geribbelde penis, op sterk water, een honderdvoudige siamese penis, een op de grond gegooide feestslinger aan elkaar gekleefde penii. Onder de penis meen ik het woord ‘masturbation’ te ontwaren. Died of masturbation? Verminkt door masturbatie? Ik maak een foto, al levert de uitvergroting weinig op. Antonioni, Blow-Up, 1966. Het preparaat, de zwevende penis, die wat wegheeft van een wenkende reuzevinger, komt uit ‘The Catalogue of the Anatomical and Pathological preparations of Dr. William Hunter’ uit The Hunterian Museum and Art Gallery, het oudste museum in Schotland, voor de gelegenheid tentoongesteld in Pakt in Amsterdam. De foto, bedoel ik. Print van foto. Etc. Ceci n’est pas une pipe. Op een koptelefoon luister ik naar beschrijvingen van gruwelijke misvormingen. De fragmenten werken op de zenuwen omdat er niets te zien is, omdat de verminkingen worden voorgelezen door een vlakke computerstem. Liever de penis. Altijd al willen schrijven, de waarheid willen spreken. Om de penis fantaseer ik een levende dwerg met een stoer uniformpje. Hogere wezens bevalen: interpretatie de kop indrukken. De mens is geen beest, kunst kijken geen ziekelijke afwijking, kunst maken, bewaren en tentoonstellen geen masturbatie, interpretatie intelligent fantaseren, selectief liegen, gesierd schrijven (één van de vier stijldeugden). Ik lever de kunstkritiek niet, de kunstenaars doen dat. Ik heb van alles wat ik schrijf ook plaatjes. Alles valt altijd te bewijzen. De vraag is wat zin heeft, en misschien is dat de vraag niet. – Sybren Renema & Timmy van Zoelen, 10 jaar SYB in PAKT in Amsterdam

»