Jeanette Winterson gaf een lezing waarin ze kunst met een kop vergeleek. Een theekopje, dacht ik meteen, en schreef de metafoor op, al had ik me de moeite kunnen besparen, omdat een man, zo gebiologeerd door haar verhaal dat hij toen hij het op de radio hoorde zijn auto direct in de berm parkeerde, de tekst van de lezing online heeft gezet. The cup. Art is able to contain the moving liquid that is life. Art is able to keep in our hands what otherwise would spill away. Art is a formal pause in the relentless and chaotic flow of events. Wat me nog het meest bijblijft is dat kunst een praktische functie vervult. Een kopje kunnen we aan elkaar doorgeven. Uit een zeef kunnen we niet drinken. Ook zei ze: Art is a means, a means to no end. – the Cup, the Knife, the Coat, the Remedy, Jeanette Winterson, Belle van Zuylen-lezing