Een Nederlander moet leren omgaan met het feit dat hij in een land woont dat weinig voorstelt (piepklein land), waarvan de wereld niets verwacht en waar weinig gebeurt, al lijkt het tegendeel waar. Ellende is, hoewel meestal close-up in beeld gebracht, vaak ver weg. Gruwelen zien we bijna altijd met glas ertussen, gevolgd door reclame, niet als ik uit mijn raam kijk, naar de overkant van de straat, waar mannen met blauwe en witte busjes en een hoge oranje kraan op dit moment een schooltje bouwen. In de krant vandaag het verhaal van een man, een Nederlander, die in Ghana plastic flessen, jerrycans en tasjes inzamelt, deze versnippert en in zeecontainers naar Azië verscheept, waar de snippers worden verwerkt in spijkerbroeken, tapijten en voetbaltenues. Zijn verhaal veroorzaakt een andere onrust. De mogelijkheid bestaat dat het ware drama niet het noodlot is dat overkomt, maar afzijdigheid. Negentig worden en sterven in je bed, rustig in je slaap.