Ik bezocht een tentoonstelling met 100 beelden die iets zeggen over de 21e eeuw. Elk beeld uitgezocht door een prominente Nederlander. Ik maakte een foto van één zo’n beeld. Een klein poppetje dat als een wagenmenner op een roze hersenmassa staat, teugels in de hand, blik in de verte. De teugels lopen door twee metalen ogen, die zitten vastgeschroefd in de hersenen. Alsof iemand twee metalen pinnen bij de slapen naar binnen heeft geslagen. Bijschrift: Jan Fabre. Ik men mijn eigen brein II (2008). Ik vermoed dat Dick Swaab het beeld koos. Hij schrijft:

‘De vergissing van Jan Fabre: de kunstenaar die probeert zijn eigen hersenen te temmen. Jan Fabre staat op zijn eigen hersenen en probeert ze met wanhopige blik te mennen, terwijl hij de teugels op een ongelofelijk amateuristische wijze vasthoudt. Deze poging is gedoemd te mislukken, maar Jan Fabre lijkt dat nog maar nauwelijks te beseffen. Hij weet blijkbaar niet dat hij zijn hersenen niet kan mennen, maar dat zijn hersenen hem besturen. Die 100 miljard hersencellen besturen zichzelf en bepalen alles wat Jan Fabre denkt, doet en maakt, zijn mogelijkheden en beperkingen. Jan Fabre is zijn brein.’

Toen ik het poppetje – de kleine Jan Fabre in spijkerbroek, op blote voeten – fotografeerde, stapte iemand op me af. Ik mocht het poppetje niet fotograferen. ‘Je kunt op Google een search doen en dan heb je dat beeld zo te pakken,’ zei ze. Ja, dat kan. Waarom sta ik hier nog, ik kan immers thuis de tentoonstelling bij elkaar googlen. De tentoonstelling leek zelf ook bij elkaar gegoogled. Veel beelden kwamen van internet.

Wat zegt de tentoonstelling?

We leven in een mediacultuur.
Honderd mensen uit en in de media kozen honderd beelden.
We leven in een lijstjescultuur.
We houden van ronde, hele getallen.
We leven in een zoekmachinecultuur.
Iemand stelt een vraag en krijgt honderd resultaten terug.

De tentoonstelling heeft iets ongeduldigs. De eeuw is nog pril. En iets voortvarends. De eeuw is alweer oud. Die beelden maar beter nu tonen.

Jan Fabre temt zijn brein niet. Hij maakt een beeld. Iemand houdt onhandig de teugels vast. In Searching for Utopia is Jan Fabre verhoudingsgewijs geslonken, zit hij op een reuzeschildpad, een vrouwtje. Hij ment de wereld. En Niet.

Rollercoaster, MOTI, Breda