Zo doe je dat – grondbeginselen van vormgeving is een fijn boek waarin J.J. Beljon op een aangename manier over het ontwerpvak spreekt. Hoe geef je vorm? Belangrijke vraag in barre tijden – arguments convince nodoby. J.J. Beljon doet een aantal suggesties. Je kunt stapelen, binden, splijten, hangen, scheuren, stutten, vouwen, vlechten. Het lijkt zo simpel. Iets doen. Handelen.
Vier dagen geleden zag ik in de Oude Kerk van Amsterdam Airborne Snotty Vase (2001) van Marcel Wanders. De vaas heeft de vorm van een uitgeniesd snotje – een grillige, bobbelige en ook uitgerekte vorm. Het snotje is uitvergroot zodat er een bloem in kan, al weet ik niet of de daarvoor bestemde holte in het originele snotje zat of nodig is om de bloem als bloem-in-vaas te laten functioneren.
De ontwerper heeft van vijf aandoeningen vazen gemaakt – Coryza, Influenza, Ozaena, Pollinosis en Sinusitis. Onmiddellijk denk ik aan J.J. Beljons boek. Hij zou hooikoorts en bijholteontsteking gezegd hebben, denk ik. En griep en stinkneus.
Buiten op de Wallen, wandelend langs dichtgeschoven gordijnen, wapen ik me. Ik denk aan ziekteverschijnselen en lichaamssappen – aan sprietsen, niezen, proesten, piesen en oorsmeer. Als je deze en andere biologische afscheidingsprocessen aan J.J. Beljons vormgeefgrammatica toevoegt, heb je ineens een enorm arsenaal tot je beschikking. Het lichaam spreekt uit vele monden. Jammer dat J.J. Beljon dood is.