Een meisje dat nog efficiënter leerde stelen dankzij een leraar
aardrijkskunde. Voordat hij leraar was, werkte hij in een radio-en-
televisiewinkel. Hij vertelde over een man die, alsof het de normaalste
zaak van de wereld was, de winkel was uitgelopen met een televisie in
zijn armen. Pas een hele tijd later kwam iemand op het idee te vragen
waar die man met die televisie was gebleven. Zo doe je dat dus, dacht ik.
Je pakt wat je wilt hebben en je loopt ermee naar buiten.

Ik heb het uitgeprobeerd op onder meer een pak Pampers (mijn
pleegouders hadden een baby gekregen), mijn eerste lp (True Blue van
Madonna), zwarte gympen, een schemerlamp (ik had tijdens het naar
binnen rennen om te gaan vertellen dat ik een negen had voor mijn
geschiedeniswerkstuk de schemerlamp in de gang omvergelopen en
moest van mijn spaargeld een nieuwe kopen) en vooral taart. Van de
HEMA. In die tijd hoefde je daar nog niet direct bij de taartafdeling af te
rekenen.

Mijn vader had me een sleutel van zijn huis gegeven. Ik ging er
regelmatig naartoe wanneer hij op zijn werk was. Ik speelde pacman, ik
aaide de katten, ik las in mijn vaders boeken, snuffelde tussen zijn
spullen, at taart.

Eén keer ben ik Eva in het Paradijs geweest. Tijdens catechisatie heb ik
de dominee en mijn medecatechisanten op gestolen appelkruimeltaart
getrakteerd.

tjitske jansen
perspectief: ‘op een indringende, dramaturgisch meeslepende manier doet ze verslag van haar leven tot nu toe.’ – Paul Demets
bron:voor altijd voor het laatst (2015)
mopw: meerstemmige encyclopedie /