Op een dag begon ik te typen, woorden regen zich aaneen, iemand had me verteld dat je koste wat kost op je bureaustoel moet blijven zitten, en dat het negen jaar zou duren. Twee problemen: 1. je moet uitvinden wat schrijven is. 2. je bent ongeduldig. Jan Fontijn schreef over een schilder die een blauwe vis schilderde. Hij schilderde die vis omdat hij daar zin in had en omdat hij dat mooi vond. Omdat hij daar zin in had, en dat mooi vond?