Wat mij verbaast en soms zelfs een gevoel van zinvol leven geeft: de hang van mensen om iets mooi te vinden, of te maken. De hele schepping is op wreedheid ingericht, op toeval en gevaar, en wij maar hunkeren naar harmonie.

Je zegt dat iets moois is, en je bedoelt: mooier dan gedacht, mooier dan je je kunt herinneren, mooier dan je hebt durven dromen. Schoonheid zie je altijd voor het eerst.

– De wereld vereenvoudigen, zinnen en passages 1965-2005, Koos van Zomeren

Ik houd van schrijvers, die niet klakkeloos veronderstellen dat iemand wel weet wat ‘mooi’ betekent.
Ik heb een hekel aan taal omdat taal zo abstract is.
De wereld zo concreet.
Taal is helemaal niet zo geschikt om die wereld uit te drukken.
Ik lees in een boek dat sommige volken niet zeggen ‘de steen valt’, maar dat ze zeggen, ‘het steent’, of ‘het steent neer’. Ze gebruiken een soort samensmelting van zelfstandig naamwoord en werkwoord.
Dat vind ik mooi. Het breidt mogelijkheden uit.

»