De Boeddha zei over de monnik Ratthapala dat hij met maximale overtuiging monnik werd. Ratthapala zei tegen Koning Koravya dat hij monnik werd omdat de wereld:

– onstabiel is: mensen worden oud en verliezen hun kracht.
– zonder beschermer is: pijnlijke gevoelens moet men helemaal zelf ervaren.
– zonder eigendom is: men moet alle bezittingen achterlaten wanneer men dood gaat.
– ontoereikend is: het kan de menselijke verlangens nooit compleet vervullen.

«
»