Op de BBC zag ik gisteren een vrouw van middelbare leeftijd opgewekt om zich heen blikken en haar tuinman de opdracht geven een theater te bouwen in haar achtertuin. Dat was in 1931. Ze wilde The Tempest van Shakespeare zien. De bouw duurde meer dan veertig jaar. Ze hielp zelf mee sjouwen. De BBC zwenkte behendig naar het heden, naar mensen in gele parka’s en rode regenjassen die over de stenen het theater binnenschuifelden en een plek zochten. Het stormde net niet. ‘We zijn het gewend,’ zei een lachende Engelsman. Ik heb nog geen woord gerept over het theater. Het ligt in het bijna-meest-linkse puntje van Engeland, in de buurt van Land’s End, een omineuze naam. Het theater lijkt door de Romeinen uitgehouwen in de rotsen, terrasmuren, stenen trappen, amfi. Het publiek kijkt uit op zee waar tien dolfijnen met gekromde ruggen boven het water uitzoeven. Als de BBC-helikopter over de plek vliegt om opnamen te maken zie je de pracht van het bouwwerk en de pracht van de Engelse kust. Ik besef dat het gras bij de buren al snel groener is, en in Engeland lijkt dat werkelijk het geval. Ik wil meer weten over de vrouw die van haar 38e tot haar 90e stenen sjouwde – al weet ik waarschijnlijk al veel. Op internet een foto waarin ze in een kruiwagen zit die rechtop staat als een strandstoel, wuivend wit haar, schapenwollen trui, broek tot de knie, boek op schoot, plannen makend. Rowena Cade heet ze. Je voelt aan dat haar dat het daar altijd waait. ‘Rowena Cade created this theatre’ vermeldt een stenen plakkaat nuchter.