GESCHREVEN VOOR CORPUS KUNSTKRITIEK

Op 1 januari 1998 maakte Volker Gerling zijn eerste flipbook.

Een treffend Nederlands woord schiet me niet te binnen. Broekzakfilmpje? Bladerbios? Wapperprent? Ritselboekje? Raffelcinema? Het Duitse Daumenkinographie is misschien nog het mooist. Het zegt niet alleen iets over de werking van een flipbook, met je duim zet je een filmpje in beweging, ‘Kinographie’ klinkt ouderwets en ook aan ‘flipbook’ kleeft iets uit vroeger tijden, iets stomme-film-erigs: geluidloze, hakkelige slapstick, beeldjes die overgeslagen lijken te worden. Het is vrijwel onmogelijk om een flipbook perfect, dat wil zeggen in een constant tempo, te flippen.

Op 1 januari 1998 maakte Volker Gerling dus zijn eerste flipbook. In de voorstelling The Art of Flipbook vertelt hij hoe dat ging aan de hand van een reeks foto’s. Het zijn de enige kleurenfoto’s die hij die avond laat zien, de rest is zwartwit, en het zijn de enige foto’s die niet tot een boekje gebonden zijn – en die hij dus niet flipt maar met een nogal abrupt wegwerpgebaar één voor één voor de camera gooit. Alsof hij het moment het liefst wil vergeten. Toch ontdekte hij iets, die eerste januari, bij zijn eerste flipbookexperiment.

Het was tijdens een boswandeling met een vriendin. Volker Gerling instrueerde haar om achter een boom te staan en op zijn teken te voorschijn te komen. Hij zou, camera in de aanslag, dat moment vastleggen met een reeks foto’s. Maar terwijl hij stond te wachten, kwam de vriendin niet tevoorschijn – of liever gezegd, ze kwam aan de verkeerde kant van de boom tevoorschijn – en Gerling zag haar niet in zijn zoeker verschijnen. Hij werd boos, hij niet wist hoe lang hij het nog volhield, dat wil zeggen hoeveel film nog in zijn camera zat (hij knipte het fotorolletje in één keer op). Gespannen gilde hij tegen haar dat ze NU te voorschijn moest komen. Maar – zo sluit hij zijn verhaal af – ‘she didn’t like to be shouted at.’ Hij pauzeert even. ‘And it shows.’ Dat zie je inderdaad: je ziet een bos, een boom, een vriendin en – en dat is fascinerend – de irritatie op het gezicht van de vriendin geboren worden. Die irritatie is door Volker Gerling uitgelokt. In eerste instantie misschien onbedoeld, als bijproduct van een te ontdekken werkwijze, en nog wat onhandig, maar vervolgens door Gerling gekoesterd: zijn vermogen om iemand een emotie te ontfutselen. Dat was gelukt omdat hij niet één foto maakte, maar meerdere en omdat zijn vriendin haar pose liet vallen.

In het theater zijn de emoties van de door Gerling geportretteerden opnieuw voelbaar. De geportretteerde kijkt recht in de lens, naar jou in je theaterstoel. Daardoor is het alsof je zelf aanwezig bent op dat moment. Eerst is er de pose, het zich bewust zijn van de camera, maar vrijwel altijd komt er een moment waarop de geportretteerde reageert op Gerling die de foto’s neemt, op de situatie. Een verlegen lachje naar de fotograaf, een afgewende blik, of irritatie, zoals bij Gerling’s vriendin. Die momenten van loslaten, berusting, even niet poseren, maken de portretten zo ontwapenend.

Volker Gerling toont in The Art of Flipbook zo’n 20 flipbooks. Portretten van mensen en gebouwen die live door Volker Gerling worden geflipt en op een groot scherm geprojecteerd. De duur van het maken elk portret ligt bij voorbaat vast; 12 seconden, want zolang doet een rolletje van 36 foto’s erover om door Gerling’s camera te spoelen. Het flippen zelf gebeurt met chirurgische precisie, althans, ik hoop dat een chirurg zo te werk gaat – met dezelfde concentratie, beheersing en foutloosheid. Elk flipbook ratelt eenzelfde ritme. Zelfs als de flipbooks voor de derde keer worden getoond zijn ze – hoewel je weet wat er komt – even raadselachtig als de projecties daarvoor. Alle flipbooks liggen keurig op een stapeltje – op een plank die Volker Gerling tijdens het wandelen voor zijn buik draagt. Hij loopt namelijk met zijn flipbooks rond, als een soort reizende filmvoorstelling/marskramer. Die wandelingen leveren ontmoetingen en nieuwe fotoportretten op.

Volker Gerling heeft het geduld om voor sommige fotoportretten extreem lang stil te staan – in weer en wind, mist en sneeuw: 21 uur om een flatgebouw in Berlijn te fotograferen waarvan de lichten aan en uit springen (elk uur een foto), 12 uur voor de maan die in een boog langs de Berliner Dom beweegt, 7,5 uur om een kaars te zien opbranden, een jaar om de 365 meter hoge Berlijnse televisietoren vanuit zijn keukenraam vast te leggen. Het levert een fascinerend fotoportret op waarbij de televisietoren er soms wel en soms niet is.

Maar de wandelingen zijn toch het belangrijkst. Zo liep Volker Gerling 2500 kilometer in 7 maanden. Hij liep van Berlijn via München naar Basel en weer terug. Hij leefde van niets, van wat dorpsbewoners hem aanreikten over de heg of op straat, een worst, een brood, een stuk chocolade. Hij plukte appels uit bomen (vaak te zuur nog) en sliep in een tent die hij overdag op zijn rug droeg. Mensen die hem onderweg tegenkwamen vonden hem een rare armoedzaaier, een landloper. Met zijn rossige haar, hoed en bepakking had hij iets weg van Kirk Douglas als Vincent van Gogh in Lust for life (1956).

Het afspelen van een flipbook duurt slechts vier seconden. Toch is het spannend. Telkens pakt Volker Gerling één flipbook van de stapel en houdt hem voor een videocamera ter hoogte van zijn middenrif. Langzaam beweegt hij het flipbook in de richting van de lens zodat de camera als het ware op de foto inzoomt. Zodra de foto het totale projectiescherm vult laat hij de bladzijden langs zijn duim schieten. ‘Toktoktoktoktktktktk’ klinkt het – met een lichte versnelling – alsof twee stapels pokerkaarten in elkaar worden gestoken, alleen is het geluid zwaarder vanwege het dikke, fotografisch karton. Als hij klaar is legt hij het flipbook neer, het ligt dan nog even bovenin het scherm af te koelen. Vervolgens pakt Gerling een nieuwe. Oude man met baseballcap, Meisje met lang en kort haar, Vrouw op straat, Vrouw op barkruk. In gebroken Engels vertelt hij anekdotes over de geportretteerden. Soms vertelt hij vóórdat hij gaat flippen, zodat je denkt te weten naar wie je kijkt. Soms achteraf, dan komt een portret in een ander licht te staan.

Volker Gerling flipt beter dan dat hij Engels spreekt. Voortdurend zoekt hij naar woorden, verhaspelt hij uitdrukkingen, herneemt hij zinnen. Zijn rommelige manier van praten is in overeenstemming met het beeld van de wandelende, zorgeloze vrijbuiter die leeft van wat de dag hem brengt, maar contrasteert met de nauwgezetheid van zijn werk als fotograaf en performer. In de donkere kamer en in het theater weet Gerling precies wat hij doet. Als hij praat is een lichtspot op hem gericht, als hij flipt dooft die spot, zodat het donkerder is dan het al was, en de zwartwit beelden – enorm groot – nog meer impact hebben. Het flipgeluid kriebelt in je oor, in je nek, in je buik…moeilijk te omschrijven waar geluid zich manifesteert. Volker Gerling oogt dus als een aardige, naïeve jongensachtige man als hij staat te vertellen, alsof het hem allemaal zo’n beetje overkomt. Maar zo naïef is hij niet. Fotograferen is een agressieve daad en Volker Gerling weet dat. Hij steelt emoties. Stolt ze. Brengt ze opnieuw tot leven. Dat is alchemie. Gerling vertelt de geportretteerden niet wat hen precies te wachten staat en dat is nogal wat: als Gerling de knop eenmaal heeft ingedrukt, laat hij niet meer los en vuurt een salvo van 3 beelden per seconde op zijn modellen af. Geen ontsnappen aan. De camera – dichtbij – maakt een hels lawaai. Dat zijn werkwijze zulke tedere, liefdevolle, ontwapenende portretten oplevert, is één van de mysteries.

Onder Gerlings spervuur kan niemand zijn pose vasthouden. Het geratel, de nabijheid, de twaalf seconden die een eeuwigheid duren – vroeg of laat beweegt iedereen. Behalve Man met zonnebril die zonder een spier te vertrekken in de camera blikt. Het is een raar portret temidden van de andere flipbooks, omdat het als enige niet tot leven komt. Man met zonnebril laat zich niet kennen. Stoïcijns, stoer trotseert hij de camera die erop uit is iets eigens te ontfutselen: een oogopslag, de beweging van een mondhoek. Het is een gek moment in de voorstelling. Zesendertig onveranderlijke foto’s. Zelfs de flipbooks met gebouwen die Volker Gerling toont, hebben meer leven in zich. Het grappige is dat Volker Gerling ook dit flipbook drie keer toont. Alsof de zonnebril waar de man koelbloedig bovenuit blikt misschien alsnog van zijn neus zal glijden. De tijd lijkt in handen van Volker Gerling flexibel genoeg om het een keer te laten gebeuren.

Het flipbook dat Volker Gerling slechts één keer laat zien, is het flipbook dat hij maakte tijdens de milleniumwisseling. Computers zouden crashen, netwerken zouden platliggen, intensive cares zouden op noodaggregatoren draaien, vliegtuigen zouden neerstorten. Gerling wilde dat historische moment vastleggen door een flipbook te maken van de laatste vijf seconden van 1999 en de eerste zeven seconden van 2000. Die opname moest in één keer goed gaan, er was geen tweede kans, zo’n moment zou zich pas over 992 jaar opnieuw voordoen. Juist omdat het een once-in-a-lifetime-flipbook was, wil hij het publiek dit maar één keer tonen. Iedereen in de zaal gaat er eens goed voor zitten. Wat is er te zien? Een verlaten kruispunt ergens in Polen. Geen kip, geen verkeer, niks. Halverwege het flipbook zie je in de verste verte een zwak vuurpijltje een lullig parabooltje beschrijven. Verder gebeurt er niets. Treffend, de milleniumwisseling.

The Art of Flipbook gaat niet alleen over de magie van flipbooks, het gaat ook over iemand die tijdens een boswandeling een medium ontdekte dat hem niet meer losliet, die op pleinen en in winkelstraten ging staan in de hoop dat men naar zijn flipbooks wilde kijken (‘aan het eind van de dag kijkt altijd wel één iemand’), die kroegen binnenging terwijl hij aan de cafébezoekers geen geld durfde te vragen voor iets waarvan hij wel hoopte te leven, die zijn comfortabele leven in Berlijn opgaf om door Duitsland te wandelen zodat hij zijn flipbooks kon laten zien aan mensen die ze anders nooit zouden zien, omdat ze in kleine dorpen en afgelegen gehuchten wonen ‘en niet naar theaters zoals deze gaan’, die zonder geld op zak langs de kant van de weg sliep en leefde van de goedheid van mensen. Juist doordat we niet alleen de portretten krijgen te zien, maar Volker Gerling’s persoonlijke verhaal erbij horen, geeft Gerling je iets om je eigen, routinematige, voorspelbare leven aan te toetsen.

Volker Gerling maakt steeds nieuwe wandelingen – als ik me niet vergis heeft hij inmiddels het plan opgevat om de Rijn af te lopen richting Hoek van Holland. Hij is bezig met een enorme roadtrip, waardoor zijn onderneming enigszins doet denken aan Robert Frank, die in 1955-56 kriskras door Amerika reed, 10.000 mijl in 30 staten aflegde, 28.000 foto’s nam en er 83 selecteerde voor zijn fotoboek The Americans. Ook Gerling fotografeert mensen uit alle lagen van de bevolking (ongemakkelijke uitdrukking, alsof bevolking lasagne is). Born Again Christians, daklozen, werklieden, museumbezoekers, kinderen. The Europeans…waarom niet? Het begin – De Duitsers – is er.

Na afloop van de voorstelling mag je zelf de flipbooks in beweging zetten, en zodra je dat doet, en een zuchtje wind tegen je voorhoofd voelt, weet Volker Gerling letterlijk en figuurlijk te berühren. Hoewel je nooit zo perfect kunt flippen als Gerling zelf, dansen zijn boekjes wel degelijk onder je duim. Twintig euro voor een kopie leg je graag neer. Helaas kun je Gerlings stem – charmant Engels met een Duits accent – niet mee naar huis nemen. Bijna theater in je broekzak.

Voorstelling: The Art of Flipbook, Volker Gerling Gezien: Frascatie, 24 september 2008