Een man koopt vijftig flessen wodka. Honderd flessen water. Tachtig potten pindakaas. Hij gaat een huis binnen, opent een geheime deur in een verborgen wand, stapt een voorraadkamer binnen, die toevallig net op het moment dat een cameraploeg aanwezig is wordt ingezegend door een geestelijke. Ik ken dit gedrag alleen van vrouwen. Deze vrouwen wensen niet te betalen voor hun spullen (koopjesjagers, hoarding, extreme couponing, Treasure Philips). Prepping is de mannelijke variant van hoarding. Prepping is hamsteren in het licht van de naderende apocalyps. Gangkasten vol munitie stouwen, kluizen vullen met geweren. Dozen alcohol inslaan, niet om te drinken, maar als ruilmiddel in een situatie waarin geld waardeloos is geworden (burgeroorlog, anarchie). De prepper in kwestie, een gelovige Amerikaan, gooit een fles alcohol op de grond. De fles ontploft. Hij kijkt goedkeurend toe hoe zijn vrouw enkele schietoefeningen verricht. Hij lijkt enigszins beteuterd te kijken als een voiceover vertelt dat zijn situatie aanzienlijk verbetert als hij zijn eigen voedsel gaat verbouwen. Een logische (= eerder geziene) ontwikkeling, lijkt me.