‘De wonderen werden woord en dreven verder.’ Zo zou je het kunnen doen. Zo zou je iets van het leven kunnen maken – die zin als motto fier aan de muur gespijkerd: wat je ervaart, omzetten in taal. Dan kan het twee kanten op, het wonder laat zich vangen en drijft na een tijdje verder – het onbegrijpelijke in. Of, het wonder laat zich vangen en de woorden – wonder geworden – drijven verder. Een nieuw wondertje erbij, zeg maar. Voor ik eruit ben met één enkele zin is het middag geworden. Willem Jan Otten noemt een gedicht een openbaar geheim: een manier om iets niet te begrijpen, en toch te zeggen. Je zou daaruit kunnen afleiden dat als je iets wel begrijpt, je niets hoeft te zeggen. Dat de toestand van niet begrijpen aangenaam is. Je voelt dat hij een Waarheid verkondigt maar dat die als water door de vingers glipt. Zand. Zout. Gist. Komt het niet begrijpen vóór het gedicht of is het het gedicht?