Wetenschap denkt niet per se.
Kritiek denkt niet per se.
Science fiction denkt.
Ik sla Het woord voor wereld is woud van Ursula Le Guin open op een zondagmiddag waarin regen het gras tot modder karnt, de tuin staat blank, er is geen gras, enkel modder, ik mis de hoefslag van het paard – wat een vruchtbare bodem! Drie maanden later staat het gras hoog, tot aan de knie, ligt plat op aarde te rusten, in golvende banen, zoals Van Gogh zijn luchten en korenvelden en geest schilderde, bezweken onder algehele zwaarte, het kent ontelbare kruinen, draaiingen, kolken, wervelingen, en is het boek tot totale stilstand te komen, het wacht tot ik gereed ben, de dingen kennen hun eigen seizoen, de bladzijden rusten.
Ik lees Technic and Magic van Federico Campagna. Ik hoef maar een alinea te lezen en weet wat ik wil schrijven.
De dingen verdwijnen wanneer ze doen wat ze moeten doen.
Je kunt je aandacht rustig op iets anders richten.
Ik leef in symbiose met het huis.
Water sijpelt langs de muren naar binnen, gedachten stijgen op. Een man op het dak heeft de scheur gemaakt. Laat het regenen.
Ze zit voor het raam en typt. Een gedicht denk ik. Ze zit in mijn ooghoek. Ze is onderdeel van het huis, net als de stek van de plant in de vaas van glas, die leeft en spruit en wortelschiet in het glasheldere water.
Je kunt het leven zien als strijd, en als symbiose.
Tegen wie strijd je behalve tegen degene die op je lijkt als je ‘s ochtends in de spiegel kijkt, en die chips wil eten en koolhydraten? Met wiens gedachten leef je samen?

»