Ze vraagt wanneer ik weer iets schrijf. 

Ik heb afgelopen anderhalf jaar 223 boeken over psychologie gelezen (Haidt, Jung, Seligman, Adler, Eger, Frankl, Pinker, Kashdan, Yalom, Mullainathan, Kwik, McGonigal, Pink, Olson, Storr, Fogg, Eyal, Cialdini, Pressfield, Fabricant, Kuang, Greenfield, Roach Smith, Harris, Milkman, Chou, Thaler, Kahneman, Lewis, Tversky, Draaisma, Peterson, Metzinger, Weinschenk).  

Na het lezen van Joseph Campbell is de angst in me geslopen, ze is duizendvoudig. Een held neemt altijd iets mee terug, een gift. Een werkelijk avontuur kent wederkerigheid. De held neemt geen wanhoop mee, zo werkt het niet.

Het is ridicuul als je in het midden van je leven denkt dat alles nog kan, ken je levensfase, zegt Campbell. Hij gaf 38 jaar les aan jonge meisjes en bleef eeuwig jong.

Wie alles tot zich laat doordringen kan niet leven. Dus doet het brein dat niet. Het filtert, het weert af, het houdt tegen. Gespitst op het negatieve ruimt het op. Maar het ruimt niet op zoals ik gewend ben. Wat het brein eenmaal weet drukt het hoogstens tijdelijk weg.

Leven leeft van leven.

Met die gruwelijke waarheid moeten we in het reine komen.

Ik kijk naar haar en weet dat ze doodgaat. Kashdan zegt in The upside of your dark side dat ik als ik heel precies mijn gevoel opschrijf, niet de term ‘blauw’ gebruik maar ‘indigo’ of ‘kobaltblauw’ of ‘korenblauw’, beter zal varen. Maar waarnaartoe? Er is geen uitweg. We stevenen na de dood, het verval, de ziekte en eenzaamheid van anderen, onvermijdelijk af op de dood, verval, aftakeling, ziekte en eenzaamheid van onszelf. 

Ik voed me met leven, tot ik doodga.

Wat te doen? Handelen is een strategie. Eropuittrekken. De draak verslaan. De prinses redden. Of negatie – de weg van jaïnisme, boeddhisme. Onder een boom zitten.

‘Stand around as many trees as you can in order to get a boost to your mood and your immune system. It turns out that trees emit airborne chemicals called phytoncides, which literally means “killed by a tree”. These chemicals protect trees by killing fungi, bacteria, and insects. These chemicals, strangely enough, help humans — boosting white blood cells that are essential to immune function and lowering cortisol (the stress hormone) levels.’

Boeken lezen en films kijken is een bloedeloos, lui avontuur zolang je niets teruggeeft aan anderen. Ik schrijf Canetti over, die het dagboek van Dokter Hachiya las. Ik schrijf Campbell over, Volg de stem van je hart. 

Ik leef op boekenkastjes die buiten staan, waar ik de prachtigste boeken vind. Ze raken nooit leeg, als magische lootboxen in een spel. Sommigen kastjes zijn open, staan in weer en wind, de boeken trekken krom. Ik heb moeite met mensen die boeken in open kastjes zetten. Alsof je weerloze kitten of puppies in weer en wind buiten legt en wacht op wolven en vossen en ratten. Boekenkastjes zijn niet als bomen die prachtiger worden in weer en wind. Maar er moet iets anders aan de hand zijn als het gevoel zo sterk is. Een religieus iemand ervaart walging als iemand het zuivere, het heilige aantast, zegt Jonathan Haidt. Omdat ik weerzin ervaar bij het zien van geknakte ruggen, kromme vochtige boeken, open boekenkastjes, concludeer ik dat ik religie belijd.

Ik heb een monster op mijn nek. Het rust nooit, ook niet als het slaapt. Het is gespitst op het negatieve, gevaar, op afweer, op filteren, op buitenhouden. Zo zit het in elkaar. Dat betekent dat het naar behoren functioneert. Er is geen uitweg.

True voyage is return, zegt Ursula le Guin.

To be whole is to be part; true voyage is return.