Na het zien van de documentaire Imagine: McCullin denk ik dat een foto een stuk ziel afneemt. Niet van de gefotografeerde, die niet wil dat de foto genomen wordt, maar van degene die de foto neemt, als dat het geval is. Ik kan niks bewijzen, doen geloven is het hoogst haalbare. Een idee komt ergens vandaan. Don McCullin fotografeert dood, ellende, honger, oorlog, shell shock, en het was vorige eeuw, hij was daarbij lijfelijk aanwezig. Fotografeerde, moet ik zeggen. Hij is gestopt. Omdat het meestal nieuwsdingen waren, zie je in de documentaire bewegend beeld en dan een foto die Don McCullin maakte. Dat is een mooi effect, al is kijken naar het pratende hoofd ook mooi. Een shot met een albino-jongen snijdt door de ziel van Don McCullin en daardoor door de mijne. Ik vind een citaat van Don McCullin dat misschien een glimp toont, wat het aanricht om een leven lang dood, ellende, honger, oorlog, shell shock te fotograferen.
Don McCullin: ‘I am tired of guilt, tired of saying to myself: “I didn’t kill that man on that photograph, I didn’t starve that child.” That’s why I want to photograph landscapes and flowers. I am sentencing myself to peace.’ Hij vestigt zich in Somerset.
Dan lees ik, weer ergens anders, dat hij afgelopen jaar, op 77-jarige leeftijd, na negen jaar bloemen (geraniums) en landschappen, de oorlog in Syrië is gaan fotograferen. Kinderen op een dak, met lege pannen en emmers, op zoek naar water. Te rusteloos. De oorlogsfotograaf als trage schildpad.
Don McCullin: ‘At my age I can’t run any more. At 77, and wearing body armour, I’m like a tortoise. I’m a really good target.’ Ik lees, weer ergens anders – je kunt zo’n documentaire eindeloos verlengen door te klikken en te klikken –, dat hij een autobiografie heeft geschreven, die moet ik nu lezen. Een boek is iets anders dan een citaat, een leven lang fotograferen iets anders dan één foto. Het doet iets onherstelbaars met je. Wanneer stop je? Ik geloof niet in the narrative collapse. Iemand moet een verhaal vertellen. Zeggen: nu stopt het.