Het is nu, kerstochtend, terwijl ik in bed lig en beneden kerstgeluiden klinken (koelkastdeur, pannengerammel en gasfornuis). Ik kijk naar het wonderbaarlijke verhaal van Michel Gondry over een jongeman die een éénsecondeteletijdmachine heeft uitgevonden. Met die machine kan hij één seconde vooruit of achteruit in de tijd. Hij demonstreert zijn uitvinding aan een meisje, hij wil indruk omaken, hij is verliefd, al probeert hij dit niet te laten merken, het is een klassiek liefdesverhaal. ‘Ik de machine voor jou afgemaakt,’ zegt hij. ‘Wil je hem proberen?’ ‘Wat heb je aan één seconde?’ vraagt ze. Ze drukt op de knop, en een seconde later, ze drukt op de knop, en een seconde later zijn ze in het verleden, in het heden. ‘Wow, geniaal!’ zegt ze. ‘Amazing.’ Enthousiast blijft ze op de knop drukken. ‘Wacht, wacht’ zegt hij en zet snel de schakelaar naar de toekomst. Hij zoent haar. Ze weert hem af. Hij zoent haar.