Over Giotto gaat het verhaal dat hij uit de losse pols een perfecte cirkel kon tekenen. De hele handeling vergt op een computer zo weinig inspanning, zo’n minimum aan concentratie, dat het wonder van een perfecte cirkel nauwelijks nog doordringt, dat je het als vanzelfsprekend accepteert, wat de betere wonderen zijn omdat je niet zo aan de grond genageld staat. Nu bedrijf ik paleopoëzie maar dan omgekeerd, door de huidige tijd (computer) te idealiseren. De vraag die me bezighoudt: hebben we perfect ronde cirkels nodig of Giotto…het wonder van de man die het uit de blote pols kan? Vermoedelijk dat laatste: op internet een filmpje van een docent die aankondigt op een schoolbord een perfecte cirkel te gaan tekenen. Hij poetst het bord schoon. Wappert het droog met zijn handen. Vertelt over kampioenschappen cirkels tekenen. Bouwt de spanning op. En Doet Het. Klas in zwijm. Een vroegere vaardigheid wordt niet overbodig met het voortschrijden van techniek.